‘Voor alles wat Wageningen is’

Wie denkt dat dammen saai is, had begin januari 2023 in Wageningen tot een andere conclusie kunnen komen. Het nationale kampioenschap was ongekend spannend. Vanzelfsprekend was er de spanning voor wat betreft het verloop van de partijen op nationaal niveau. Maar meer nog: wat een ontknoping kende dit kampioenschap. Twee kanshebbers op de titel waarbij het ene moment alles erop leek dat de ene aan het langste eind zou trekken en op een ander moment weer de ander. Voor de organisatie een ontknoping om van te dromen.

Wageninger Groenendijk, Europees kampioen en titelverdediger, voerde van het begin van het toernooi de lijst aan en startte met drie overwinningen op rij. Hij leek in feite rechtstreeks op de titel af te stevenen. Maar dat zou gerekend zijn buiten de kunsten van meervoudig Nederlands kampioen Baljakin die ook topprestaties op het dambord neerzette.

In zekere zin kan worden gesteld dat de ontknoping van het kampioenschap werd ingezet in de elfde ronde. Bij aanvang van die ronde had Groenendijk één punt meer dan Baljakin. Groenendijk kwam echter niet verder dan remise tegen lantaarndrager Aliar. De ogen waren gericht op de partij tussen Baljakin en Hageman.

Bij het demonstratiebord bespreekt Sijbrands de verschillende varianten. De ene na de andere mogelijkheid wordt besproken waarbij het zoeken is naar een goede verdediging voor Hageman die onder druk staat. Diagram 1. De spanning is om te snijden.

Het is haast voorspellend voor de ontknoping van het kampioenschap als Sijbrands een oude herinnering deelt over de slotronde van het Brintatoernooi 1963/64 waarbij Wim de Jong verloor van Baba Sy terwijl hij met remise toernooiwinnaar was geweest. Na de doorbraak voor twee stukken, had De Jong analytisch remise in handen, maar verknoeide dat. Vervolgens verspeelde Sy de analytische winst. Maar De Jong gaf op in een remisestand waarmee nota bene niet De Jong maar Sy toernooiwinnaar werd.

Diagram 1, Bakjakin – Hageman.

Baljakin staat erom bekend om zo’n stelling met vaste hand uit te schuiven. Omgaan met deze druk is voor Hageman geen sinecure maar alles lijkt erop dat hij op de goede weg is wanneer hij in korte tijd vanwege de beperkte bedenktijd de goede zetten speelt. 1. 34-30! Een logisch vervolg om vervolgens 2. 39-34 en 3. 33-29 aan de orde te stellen. 1. … 11-17 2. 32-28 12-18 3. 33-28 14-19 4. 38-33 20-24 5. 39-34. Sijbrands wijst bij het demonstratiebord de combinatie met 5. … 26-31 en 6. … 23-29 aan en schat in dat het remise is. Die inschatting blijkt juist te zijn: 5. … 26-31 6. 27×36 23-29 7. 34×21 16×29 8. 47-42 13-18 9. 42-38 19-23 10. 28×19 24×13 11. 30-25 29-34 12. 38-33 18-23 13. 25-20 13-19 14. 36-31 23-28 15. 33×22 19-23 16. 22-17 34-39 17. 17-11 39-44 18. 11-7 23-28 19. 7-1 28-32 20. 1-29 44-50 21. 20-15 50-22 22. 31-26 32-37 23. 29-47 22-36 met remise vanwege onvermijdelijk een tweede dam met 37-41 en 41-46.

Diagram 2, Baljakin – Hageman.

In de partij volgt echter het offer met 5. … 26-31 6. 27×36 en vervolgens 6. … 21-26 7. 41-37 16-21 en nu het schijnoffer met 8. 37-31 26×37 9. 32×41 23×32 en de achterloop 10. 34-29. Diagram 2.

Diagram 3, Baljakin – Hageman.

Hageman heeft een lastige verdediging en ondertussen weinig tijd om allerlei varianten uit te rekenen. In de partij volgt 10. … 18-22 11. 29×20 22-28 12. 33×22 32-38 13. 20-15 38-43 14. 15-10 21-26! Een sterke tussenzet waarmee Hageman laat zien scherp te zijn. 15. 41-37 19-23 16. 22-17 43-49 17. 17-11 23-28 18. 11-6 49-16 19. 10-4 13-19 20. 4-15. Sijbrands aan het woord nadat Baljakin deze zet speelt: ‘De leeftijd en vermoeidheid doet zich nog niet gelden, helaas voor alles wat Wageningen is’. 20. … 6-32 21. 15-24 32×46 22. 24×2. Diagram 3.

Sijbrands wordt geïnformeerd over een hotelovernachting in Wageningen met het op handen zijnde vijf-om-twee eindspel. Maar tot ontsteltenis voor ‘alles wat Wageningen is’ om Sijbrands’ woorden aan te halen grijpt Hageman met zijn hand naar zijn dam en op veld 46 en speelt 22. … 46-32?! Het is op slag verloren. De zwarte schijf midden op het bord is niet meer te verdedigen.

23. 6-1! Natuurlijk een tweede dam voor Baljakin. 23. … 32-16?? Met een dramatische zet versnelt Hageman zelfs het einde: 24. 2-7! 16×2 25. 30-24 2×30 26. 35×24 en opgegeven. Hageman had Groenendijk een grote dienst kunnen bewijzen als hij de remise had bereikt, maar nu is het anders. Baljakin wint en met nog twee ronden te gaan hebben zowel Groenendijk als Baljakin evenveel punten.

Diagram 4, Heusdens – Baljakin.

In de voorlaatste ronde komt Groenendijk andermaal niet tot winst. Tegen Van Dijk wordt het remise. Ook Baljakin komt niet verder dan remise tegen Heusdens. Maar wat had dat anders kunnen gaan als Baljakin de combinatie al vroeg in de partij had uitgevoerd. Diagram 4. Met 1. … 22-27! 2. 31×13 12-17 3. 29×18 24-30 4. 34×23 8×46 had Baljakin een grote stap naar het kampioenschap gezet.

Bij aanvang van de slotronde hebben zowel Groenendijk als Baljakin evenveel punten. De kansen lijken groter voor Baljakin die de lager ingeschaalde Van Dijk treft terwijl Groenendijk tegen medegrootmeester Sipma speelt. Baljakin wint vrij snel van Van Dijk die onder de druk bezwijkt en eerst schijfverlies oploopt en niet lang daarna in een verliezende damcombinatie trapt.

Diagram 5, Groenendijk – Sipma.

De ogen zijn gericht op het bord met de partij tussen Groenendijk en Sipma. Nota bene de laatste partij van het reguliere kampioenschap die nog bezig is en allesbeslissend voor het kampioenschap. Slaagt Groenendijk erin een barrage af te dwingen met Baljakin of is dit de finale ontknoping van het toernooi?! Diagram 5.

Groenendijk gaat aan de leiding en staat er goed voor. 1. 39-33 19-24 2. 23-19 14×23 3. 29×9. Het ziet er goed uit voor Groenendijk of zit er toch nog iets in het vat voor Sipma?! 3. … 16-21 4. 27×7 24-30 5. 22×11 30×50 6. 9-4. Natuurlijk niet 6. 40-34 vanwege 6. … 50-45 en wit wint niet meer. 6. … 35×44 7. 4-27! Een belangrijke zet om aan de orde te stellen waarmee voorkomen wordt dat zwart een dam op veld 49 kan halen aangezien die dam dan meteen van het bord zou verdwijnen met 8. 27-16 enzovoorts. 7. … 50-45 8. 7-1 44-50 9. 11-6 20-24 10. 27-36. Na 10. 27-13 wint wit eenvoudig na 10. … 50-44 met 11. 13-30 25×34 12. 1×49. 10. … 24-29 11. 33×24 50×17 12. 36-18 45×12 13. 1×18 17-8 14. 6-1 8×35 15. 1-6 35-2 16. 18-27 25-30 17. 6-1 2-16. Alles lijkt erop dat Groenendijk niet in staat is om een derde dam te halen en het eindspel te winnen. 18. 1-40 16-11 19. 40-45 11-16 20. 45-1 30-35 21. 15-20 22. 45-1 20-24?? Diagram 6.

Diagram 6, Groenendijk – Sipma.

Ogenschijnlijk lijkt er niets aan de hand. Maar kijkt u nog eens verder. Jawel: Groenendijk wint op slag. Met zo ongeveer de laatste truc weet hij de partij alsnog te winnen. 23. 27-22!! En opgegeven. Wat een ontknoping. Het samenspel van de witte dammen in deze valstrik is magnifiek. Hoe de zwarte dam ook slaat, één witte dam wordt prijsgegeven om vervolgens de zwarte dam van het bord te werken en de andere dam is op tijd voor de opsluiting met de zwarte schijf op veld 45 en de witte dam op veld 50. Na 23. … 16×38 volgt 24. 22-33 38×29 25. 1×45 en na 23. 16×49 de pendant 24. 22-44 49×40 25. 45×1 terwijl op 23. … 16×43 de één-om-twee volgt met 24. 1-29 24×33 25. 22×48 met scherp einde: 25. … 35-40 26. 48-39 40-45 27. 39-50.

Nog voor de prijsuitreiking -de winnaar van het toernooi is immers nog niet bekend nu Groenendijk en Baljakin met evenveel punten geëindigd zijn- vindt een barrage plaats. De ontknoping gaat een nieuwe episode in waarbij de kanshebbers nu eindelijk tegenover zitten terwijl ze hiervoor overgeleverd waren aan toekijken en meerekenen voor zover van dat laatste sprake is.

Diagram 7, Groenendijk – Baljakin.

Er volgen twee sneldampartijen. In de eerste sneldampartij vindt iets opmerkelijks plaats. Diagram 7. Met 1. … 23-28!? zet Baljakin een bekende voortzetting in. Met hoe zit het, is het allemaal te berekenen? Wie er niet uitkomt met wit kan gewoon met 2. 31×22 slaan. Maar zo gewoon is het niet: 2. 33×22! Op zo’n beslissend moment op deze manier slaan getuigt van klasse. 2. … 18-23 3. 29×18. Het thematische 3. … 20×29 4. 34×23 12-17 wordt eenvoudigweg weerlegd met 5. 23-19 enzovoorts. 3. … 12×23 4. 38-33! 20×38 5. 43×21 en Groenendijk heeft een schijf meer en won later de partij.

Diagram 8, Baljakin – Groenendijk.

Aansluitend is de tweede sneldampartij. Met de winst van Groenendijk in de eerste sneldampartij is de spanning ergens minder. De ontknoping van het toernooi nadert zijn einde. Diagram 8. Baljakin met wit vervolgt met 1. 31-26. Groenendijk staat er goed voor terwijl Baljakin weinig speelruimte heeft. 1. … 3-8 2. 26×17 12×21 3. 49-44 21-26! Inmiddels is het secondewerk. Groenendijk stelt een duidelijke dreiging aan de orde met 4. … 18-23. 4. 44-40?? Is het een goede weerlegging of is het hommeles? Het laatste: 4. … 25-30!! 5. 35×24 18-23 6. 29×18 22×13 7. 33×31 26×48 en een paar zetten later geeft Baljakin op. Wageninger Groenendijk kampioen. Wat een ontknoping en dat ‘voor alles wat Wageningen is’.

Cornelis Alderliesten, Katwijk-upon-Sea januari 2023.